Een soepeler ontslagrecht geeft vrouwen en jongeren meer kans op werk, betere carrièrekansen en hogere beloningen. Het heeft echter beperkte gunstige effecten op de welvaart en werkloosheid. Dat blijkt uit een studie van het Centraal Planbureau (CPB).
Het CPB komt tot de conclusie dat de knelpunten van het huidige
ontslagrecht vooral zitten in de ongelijkheid van de
ontslagbescherming. Nederland kent soepele regelingen voor tijdelijk
werk. Tegelijkertijd is de bescherming van vaste krachten – vooral
mannen tussen de 25 en 55 jaar – heel strikt.
Gevolg van deze zogenaamde ‘duale markt’ is dat flexibele krachten als
buffer worden gebruikt, waardoor vaste krachten hogere looneisen kunnen
stellen. De flexibele krachten – vooral vrouwen en jongeren – hebben
hierdoor minder uitzicht op een vaste baan en minder kans om binnen
bedrijven door te stromen.
Het CPB komt in de studie met drie hervormingsopties. De eerste is het
beperken van de bescherming van vaste contracten. De tweede optie is
kiezen voor financiële prikkels in plaats van procedures. Werkgevers
zouden bijvoorbeeld meer WW-premie moeten betalen als ze vaker
werknemers ontslaan. In de laatste optie gaat het om meer
differentiatie per sector of per groep werknemers.
De CPB-studie kan een rol spelen in de kabinetsformatie en in de
Sociaal-Economische Raad (SER). Vakbonden en werkgevers in de SER
willen nog dit jaar een akkoord sluiten over het ontslagrecht maar zijn ernstig verdeeld.
Lees ook:apart ontslagrecht voor jongeren?
Lees ook:SER-advies ontslagrecht opgeschort
Lees ook:Geen SER-akkoord ontslagrecht
Lees ook:Europees Hof van Justitie: gelijk werk geeft geen recht op gelijk loon
Lees ook:SER wil af van rol CWI in ontslagrecht